Paarden

Paardenziektes

Zomerexceem

Het is voor veel paarden een jaarlijks terugkerend probleem. In de vroege zomer krijgen de paarden jeuk, ze schuren zich aan alles en in de herfst schiet er nog maar weinig over van wat ooit een mooie volle staart was.

De oorzaak

Het is een overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) op Culicoides muggen. Dit zijn kleine insecten die elk jaar weer opduiken wanneer de temperatuur ’s nachts boven de 10 °C stijgt. Ze schuwen felle zon en wind (hierdoor komt zomereczeem veel minder voor in de kuststreek t.o.v. het binnenland). De muggen zijn het actiefst rond zonsop en –ondergang. Ze komen haast nooit tot in de stallen en bij winderig regenweer zijn ze ook nergens te bespeuren. De cullicoidesmug is het actiefst op een warme vochtige windstille dag zonder te fel zonlicht, deze dagen zijn dan ook een ware kwelling voor paarden die allergisch zijn.

Symptomen

Jaarlijks terugkerend patroon waarbij je paard in de lente – vroege zomer begint te schuren, terwijl in de koudere herfst en wintermaanden de manen en staart terug groeien.
De meest aangetaste plaatsen zijn de manen en de staart maar ook het hoofd, kruis en de buiknaad. Door de erge jeuk schuren, krabben of bijten de paarden zich soms tot bloedens toe. De haren van de manen en staart worden uitgetrokken of breken af. De huid verdikt ter hoogte van de letsels. Het probleem start meestal al op vroege leeftijd (3-5jaar) en wordt vaak erger naarmate het paard ouder wordt.

Preventie

Het allerbelangrijkste (en eveneens allermoeilijkste) is de paarden niet in contact te laten komen met de muggen. Dit houdt in dat de paarden niet naar buiten mogen rond zonsop- en –ondergang. Ook als je rond deze periode gaat buiten rijden moet je altijd een goede muggen repellent spray gebruiken en zelfs meenemen om onderweg nog eens te kunnen aanbrengen. Zeer efficiënt is een vliegendeken met heel kleine mazen waar de mugjes niet door kunnen. Het is wel belangrijk om deze deken zoveel mogelijk op te leggen omdat één muggenbeet dagenlang jeuk kan veroorzaken.

Omdat deze maatregelen praktisch niet 100% haalbaar zijn, valt het resultaat dan ook tegen en zal een behandeling door de dierenarts nodig zijn. Begin niet zelf te dokteren, maar laat de dierenarts naar je paard kijken. Ten eerste om vast te stellen dat het wel degelijk om zomereczeem gaat en vb. niet om een schimmelinfectie of een bacteriële huifinfectie. Ten tweede om een gepaste behandeling te starten.

Koliek

Alle uitingen van buikpijn bij het paard worden koliek genoemd. De oorzaken van de pijn zijn zeer variabel en kunnen uiteenlopen van blaasstenen tot een
afgesnoerde darm of zelfs een draaiing van de baarmoeder.

Symptomen

Het paard wil meestal niet meer eten, is onrustig en begint te zweten.
Het krabt met zijn hoeven over de grond, maakt aanstalte om te gaan
liggen of laat zich zelfs plots vallen. Het paard kijkt of stampt ook
vaak naar de buik. Bij erge buikpijn rolt het heen en weer en blijft
zelfs op de rug liggen.

Wat te doen?

Verwittig altijd de dierenarts!

Geef je paard niets meer te eten en probeer er rustig mee te stappen. Lukt het niet om er op een veilige manier mee te stappen zet hem dan in de binnenpiste of in een grote goed ingestrooide stal (zodat hij zich niet vast rolt of bezeerd). Leg je paard een (zweet)deken op om te voorkomen dat hij te snel afkoelt als hij bezweet is.

Wat doet de dierenarts?

De dierenarts zal vragen wanneer de koliek begonnen is, of je paard nog gemest heeft, wat hij gegeten heeft, wanneer hij laatst ontwormd is…Vervolgens onderzoekt hij de algemene toestand van je paard (kleur van de slijmvliezen, hartslag, lichaamstemperatuur,…). Meestal zal hij ook een rectaal onderzoek verrichten en de maag sonderen. De behandeling die volgt is volledig afhankelijk van de oorzaak van de buikpijn (blaasstenen vragen natuurlijk een andere behandeling dan een darmverstopping).

Enkele vaak voorkomende soorten koliek

Krampkoliek

De krampen kunnen veroorzaakt zijn door veel koud water te drinken, door plotse voederveranderingen,… vaak is er echter geen duidelijke oorzaak te achterhalen. Deze koliek gaat meestal over na het toedienen van een krampstillend geneesmiddel.

Gaskoliek

Plotse voederwijzigingen, kwalitatief slecht voeder, te weinig ruw voeder enz. kunnen aan de basis liggen van overmatige gasproductie. Door de grote hoeveelheid gas wordt de darmwand uitgetrokken. In de natuur volgt op elke actie een reactie, dus als gevolg van het uitrekken van de darmwand wil deze terug samentrekken en alzo worden krampen veroorzaakt. De dikke darm bij het paard hangt in tegenstelling tot bij de mens en andere diersoorten niet zo stevig vast aan de buikwand. Opstapeling van gas in een darmsegment kan dus snel tot liggingverplaatsingen en zelfs afsnoering van de darm leiden.

Verstoppingskoliek

Paarden die een tijdje op de weide gestaan hebben en vervolgens terug in een propere stal gezet worden, beginnen vaak gretig stro te eten. Stro wordt pas in de dikke darm van het paard verteerd en wanneer je paard op korte tijd te veel gegeten heeft dan kan de darm de aanvoer van stro niet meer verwerken. De dikke darm raakt overvuld en de darminhoud begint in te drogen. Zo ontstaat een harde verstopping. Naast het eten van stro kan ook een mindere beweeglijkheid van de dikke darm leiden tot verstoppingen. Ook hebben oude paarden vaak last van verstoppingen omdat ze slechtere tanden hebben en het hooi, gras of stro niet zo goed meer kauwen.

Darmverplaatsing en Darmdraaiing (darmtorsie)

De oorzaken kunnen zeer sterk uiteenlopen. Deze koliek heeft veruit de slechtste prognose van deze tot hiertoe besproken.
Het paard vertoont erge kolieksymptomen die meestal plots zijn ontstaan.
Door de draaiing (torsie) van de darm worden ook de bloedvaten afgeklemd en krijgt er dus een stuk darm onvoldoende bloed. Wanneer niet spoedig ingegrepen wordt, dan sterft dit darmsegment af. Hierdoor komen de bacteriën die in de darm zitten vrij in het bloed en in de buikholte en gaat het paard in shock.
Volledigheidshalve worden ook nog enkele oorzaken gegeven die buiten het spijsverteringsstelsel zijn gelegen: nierstenen, nierontsteking, blaasstenen, blaasontsteking, afwijkingen aan het voortplantingsstelsel (baarmoederdraaiing, eierstoktumor,…), leverproblemen enz.

ONTWORMEN EN PARASITAIRE INFECTIES

Onder de naam ‘parasiet’ verstaan we een organisme dat leeft ten koste van zijn gastheer. Alle wormen die we bij paarden terug vinden behoren tot deze groep. Gezien de manier waarop paarden tegenwoordig gehouden worden (vaak kleine “overbegraasde” weiden) is het zogoed als onmogelijk om een paard wormen vrij te krijgen. Wat wel kan is de infectiedruk verlagen en klinische symptomen vermijden.

Welke wormen?

Rondwormen

Grote strongyliden

Met de benaming ‘bloedwormen’ wordt eigenlijk enkel deze soort wormen bedoeld. Ze migreren vanuit de darm naar de bloedvaten en komen via het bloed uiteindelijk terug in de dikke darm terecht.
Deze wormen kunnen koorts, verminderde conditie en koliek veroorzaken maar eveneens ook manken. Doordat de wormen doorheen de bloedvaten migreren worden niet alleen de bloedvaten van de darmen beschadigd maar soms ook de slagaders van de achterbenen, waardoor ernstig manken ontstaat. Door het gebruik van goede ontwormingsmiddelen is het belang van deze parasiet in België en Nederland sterk verminderd.

Kleine strongyliden (cyathostominae)

De larven van deze wormen blijven de ganse tijd in de darmwand en kunnen er zelfs een soort winterslaap houden. We vinden ze voornamelijk terug in de dikke en blinde darm van het paard. Deze wormen komen op dit moment veruit het meest voor, omdat de larven die in winterslaap zijn (geëncysteerd), ongevoelig zijn voor de meeste ontwormingsmiddelen.
Paarden die besmet zijn met deze kleine strongyliden kan men ze soms met het blote oog in de mest zien (dunne rode wormpjes, niet groter dan 1,5cm).

Veulenworm (Parascaris )

We zien tegenwoordig weer meer problemen met deze worm gezien deze minder gevoelig is geworden voor ivermectines. Voornamelijk veulens en jonge paarden zijn gevoelig aan deze worm. Deze worm kan fatale obstructies veroorzaken t.h.v. de dunne darm alsook jeuk en longproblemen.

Aarsworm (Oxyurius)

Deze worm is gelukkig niet zo schadelijk, maar kan wel lastige jeuk veroorzaken t.h.v. de staart.

Lintwormen (cestoden)

In tegenstelling tot de voorgaande soorten zijn deze wormen afgeplat. De eitjes van de lintwormen worden opgegeten door kleine insecten (mosmijten) die op het gras leven hoofdzakelijk tijdens de zomermaanden. Deze mijten worden op hun beurt opgegeten door paarden die de weide begrazen. De volwassen lintwormen vinden we voornamelijk terug op de overgang van dunne naar blinde darm

Symptomen

De symptomen zijn sterk uiteenlopend. Paarden met cyathostominae zijn vaak mager, hebben een dof haarkleed, een slechtere conditie. Ze kunnen diarree hebben (vnl in de herfst en winter) of zelfs koliek. Zoals boven vermeld beschadigen de grote strongyliden de bloedvaten en kunnen ze ernstige koliek en/of manken veroorzaken. Verminderde algemene conditie, koorts en diarree kunnen ook voorkomen. Het belang van lintwormen is nog niet zo lang aangetoond. Doordat de lintwormen op de overgang van de dunne naar blinde darm zich vasthechten ontregelen ze de normale darmbewegingen en kunnen ze ernstige koliek veroorzaken waarbij de dunne darm uitstulpt in de blinde darm (caecum). Algemeen kan gesteld worden dat parasitaire besmettingen nog altijd een zeer belangrijke oorzaak zijn van een verminderde algemene conditie, diarree en koliek.

Behandelen en voorkomen van worminfecties

Om te beginnen, een aantal belangrijke basisprincipes:

  • Ontworm altijd alle paarden gelijktijdig!
  • Komt er een nieuw paard aan op de stal, beschouw hem dan als een paard dat een worminfectie heeft en ontworm minimum enkele dagen voordat hij op de weide komt.
  • Verwijder minstens één maal per week de mest van de weide.
  • Indien mogelijk, kan je de weide in verschillende stukken indelen en de groep paarden laten roteren tussen de verschillende percelen. Op die manier wordt de weide niet constant begraasd en herbesmet met wormeneitjes. De bedoeling is dus dat er steeds een perceel is waar geen paarden op komen en dat het gras de tijd krijgt om bij te groeien (waardoor tevens de wormenbesmetting daalt).
  • Herkauwers (runderen of schapen) zijn minder kieskeurige eters dan paarden en zorgen voor een mooie gelijk afgegraasde weide. Het parallel begrazen met herkauwers doet eveneens de parasitaire infectiedruk dalen.
  • Ook paarden die nooit op de weide komen dienen ontwormd te worden
  • Ontworm voor het juiste gewicht, onderschat het gewicht van je paard niet (liever een beetje over- dan ondergedoseerd)!
  • Minimaal 1x per jaar mestonderzoek, liefst tijdens het voorjaar en de zomer periode.

Welke wormkuur?

Er zijn zeer veel wormenkuren op de markt te verkrijgen en voor veel paardeneigenaars is het moeilijk om door de bomen het bos te zien.
Ten eerste dient er op gewezen dat er een toenemende resistentie is tegen wormkuren. Wormen worden dus niet meer afdoende gedood door deze producten.

Tegenover ivermectine is er nog slechts weinig resistentie, gebruik deze producten dan ook als standaard wormenkuur. Enkele beschikbare wormkuren zoals Furexel, Eqvalan, Eraquell…
Moxidectine (vb. Equest) is een ivermectine die nog langer werkt en deze zou ook gedeeltelijk de wormenlarven in de darmwand uitschakelen. Pas na 3 maanden worden er terug eitjes in de paardenmest gevonden.

Gebruik geen Moxidectine (zoals Equest of Equest Pramox) bij veulens jonger dan 3 maanden!
We raden aan om 1 tot 2 maal per jaar een wormkuur te gebruiken die ook tegen lintwormen werkt. Hiervoor kan een dubbele dosis pyrantel (vb. Horseminth) gebruikt worden.

Momenteel zijn er ook enkele combinatie wormenkuren die een ivermectine/moxidectine combineren met praziquantel dat werkt tegen lintwormen: vb. Equimax en Eqvalan Duo waarbij gedurende 2 maanden geen eitjes meer worden teruggevonden in de mest; terwijl dit 3 maanden is bij vb. Equest pramox.

We gebruiken moxidectine (vb. Equest en Equest Pramox) slechts 1 tot 2 maal per jaar om resistentie te voorkomen.

Het ontwormingsplan moet bedrijf per bedrijf (paard per paard) bekeken worden. Zo zal er op een manège waar de paarden dagelijks op een kleine weide mogen grazen meer ontwormd moeten worden dan op een grote weide waar enkel een pony en enkele schapen staan.

Ook het ontwormen van drachtige of lacterende merries en veulens dient zorgvuldig te gebeuren. U kan steeds bij ons terecht voor al uw vragen hieromtrent.