Paarden

Paardenziektes

Zomerexceem

Het is voor veel paarden een jaarlijks terugkerend probleem. In de vroege zomer krijgen de paarden jeuk, ze schuren zich aan alles en in de herfst schiet er nog maar weinig over van wat ooit een mooie volle staart was.

De oorzaak

Het is een overgevoeligheidsreactie (allergische reactie) op Culicoides muggen. Dit zijn kleine insecten die elk jaar weer opduiken wanneer de temperatuur ’s nachts boven de 10 °C stijgt. Ze schuwen felle zon en wind (hierdoor komt zomereczeem veel minder voor in de kuststreek t.o.v. het binnenland). De muggen zijn het actiefst rond zonsop en –ondergang. Ze komen haast nooit tot in de stallen en bij winderig regenweer zijn ze ook nergens te bespeuren. De cullicoidesmug is het actiefst op een warme vochtige windstille dag zonder te fel zonlicht, deze dagen zijn dan ook een ware kwelling voor paarden die allergisch zijn.

Symptomen

Jaarlijks terugkerend patroon waarbij je paard in de lente – vroege zomer begint te schuren, terwijl in de koudere herfst en wintermaanden de manen en staart terug groeien.
De meest aangetaste plaatsen zijn de manen en de staart maar ook het hoofd, kruis en de buiknaad. Door de erge jeuk schuren, krabben of bijten de paarden zich soms tot bloedens toe. De haren van de manen en staart worden uitgetrokken of breken af. De huid verdikt ter hoogte van de letsels. Het probleem start meestal al op vroege leeftijd (3-5jaar) en wordt vaak erger naarmate het paard ouder wordt.

Preventie

Het allerbelangrijkste (en eveneens allermoeilijkste) is de paarden niet in contact te laten komen met de muggen. Dit houdt in dat de paarden niet naar buiten mogen rond zonsop- en –ondergang. Ook als je rond deze periode gaat buiten rijden moet je altijd een goede muggen repellent spray gebruiken en zelfs meenemen om onderweg nog eens te kunnen aanbrengen. Zeer efficiënt is een vliegendeken met heel kleine mazen waar de mugjes niet door kunnen. Het is wel belangrijk om deze deken zoveel mogelijk op te leggen omdat één muggenbeet dagenlang jeuk kan veroorzaken.

Omdat deze maatregelen praktisch niet 100% haalbaar zijn, valt het resultaat dan ook tegen en zal een behandeling door de dierenarts nodig zijn. Begin niet zelf te dokteren, maar laat de dierenarts naar je paard kijken. Ten eerste om vast te stellen dat het wel degelijk om zomereczeem gaat en vb. niet om een schimmelinfectie of een bacteriële huifinfectie. Ten tweede om een gepaste behandeling te starten.

Koliek

Alle uitingen van buikpijn bij het paard worden koliek genoemd. De oorzaken van de pijn zijn zeer variabel en kunnen uiteenlopen van blaasstenen tot een
afgesnoerde darm of zelfs een draaiing van de baarmoeder.

Symptomen

Het paard wil meestal niet meer eten, is onrustig en begint te zweten.
Het krabt met zijn hoeven over de grond, maakt aanstalte om te gaan
liggen of laat zich zelfs plots vallen. Het paard kijkt of stampt ook
vaak naar de buik. Bij erge buikpijn rolt het heen en weer en blijft
zelfs op de rug liggen.

Wat te doen?

Verwittig altijd de dierenarts!

Geef je paard niets meer te eten en probeer er rustig mee te stappen. Lukt het niet om er op een veilige manier mee te stappen zet hem dan in de binnenpiste of in een grote goed ingestrooide stal (zodat hij zich niet vast rolt of bezeerd). Leg je paard een (zweet)deken op om te voorkomen dat hij te snel afkoelt als hij bezweet is.

Wat doet de dierenarts?

De dierenarts zal vragen wanneer de koliek begonnen is, of je paard nog gemest heeft, wat hij gegeten heeft, wanneer hij laatst ontwormd is…Vervolgens onderzoekt hij de algemene toestand van je paard (kleur van de slijmvliezen, hartslag, lichaamstemperatuur,…). Meestal zal hij ook een rectaal onderzoek verrichten en de maag sonderen. De behandeling die volgt is volledig afhankelijk van de oorzaak van de buikpijn (blaasstenen vragen natuurlijk een andere behandeling dan een darmverstopping).

Enkele vaak voorkomende soorten koliek

Krampkoliek

De krampen kunnen veroorzaakt zijn door veel koud water te drinken, door plotse voederveranderingen,… vaak is er echter geen duidelijke oorzaak te achterhalen. Deze koliek gaat meestal over na het toedienen van een krampstillend geneesmiddel.

Gaskoliek

Plotse voederwijzigingen, kwalitatief slecht voeder, te weinig ruw voeder enz. kunnen aan de basis liggen van overmatige gasproductie. Door de grote hoeveelheid gas wordt de darmwand uitgetrokken. In de natuur volgt op elke actie een reactie, dus als gevolg van het uitrekken van de darmwand wil deze terug samentrekken en alzo worden krampen veroorzaakt. De dikke darm bij het paard hangt in tegenstelling tot bij de mens en andere diersoorten niet zo stevig vast aan de buikwand. Opstapeling van gas in een darmsegment kan dus snel tot liggingverplaatsingen en zelfs afsnoering van de darm leiden.

Verstoppingskoliek

Paarden die een tijdje op de weide gestaan hebben en vervolgens terug in een propere stal gezet worden, beginnen vaak gretig stro te eten. Stro wordt pas in de dikke darm van het paard verteerd en wanneer je paard op korte tijd te veel gegeten heeft dan kan de darm de aanvoer van stro niet meer verwerken. De dikke darm raakt overvuld en de darminhoud begint in te drogen. Zo ontstaat een harde verstopping. Naast het eten van stro kan ook een mindere beweeglijkheid van de dikke darm leiden tot verstoppingen. Ook hebben oude paarden vaak last van verstoppingen omdat ze slechtere tanden hebben en het hooi, gras of stro niet zo goed meer kauwen.

Darmverplaatsing en Darmdraaiing (darmtorsie)

De oorzaken kunnen zeer sterk uiteenlopen. Deze koliek heeft veruit de slechtste prognose van deze tot hiertoe besproken.
Het paard vertoont erge kolieksymptomen die meestal plots zijn ontstaan.
Door de draaiing (torsie) van de darm worden ook de bloedvaten afgeklemd en krijgt er dus een stuk darm onvoldoende bloed. Wanneer niet spoedig ingegrepen wordt, dan sterft dit darmsegment af. Hierdoor komen de bacteriën die in de darm zitten vrij in het bloed en in de buikholte en gaat het paard in shock.
Volledigheidshalve worden ook nog enkele oorzaken gegeven die buiten het spijsverteringsstelsel zijn gelegen: nierstenen, nierontsteking, blaasstenen, blaasontsteking, afwijkingen aan het voortplantingsstelsel (baarmoederdraaiing, eierstoktumor,…), leverproblemen enz.

ONTWORMEN EN PARASITAIRE INFECTIES

Onder de naam ‘parasiet’ verstaan we een organisme dat leeft ten koste van zijn gastheer. Alle wormen die we bij paarden terug vinden behoren tot deze groep. Gezien de manier waarop paarden tegenwoordig gehouden worden (vaak kleine “overbegraasde” weiden) is het zogoed als onmogelijk om een paard wormen vrij te krijgen. Wat wel kan is de infectiedruk verlagen en klinische symptomen vermijden.

Welke wormen?

Rondwormen

Grote strongyliden

Met de benaming ‘bloedwormen’ wordt eigenlijk enkel deze soort wormen bedoeld. Ze migreren vanuit de darm naar de bloedvaten en komen via het bloed uiteindelijk terug in de dikke darm terecht.
Deze wormen kunnen koorts, verminderde conditie en koliek veroorzaken maar eveneens ook manken. Doordat de wormen doorheen de bloedvaten migreren worden niet alleen de bloedvaten van de darmen beschadigd maar soms ook de slagaders van de achterbenen, waardoor ernstig manken ontstaat. Door het gebruik van goede ontwormingsmiddelen is het belang van deze parasiet in België en Nederland sterk verminderd.

Kleine strongyliden (cyathostominae)

De larven van deze wormen blijven de ganse tijd in de darmwand en kunnen er zelfs een soort winterslaap houden. We vinden ze voornamelijk terug in de dikke en blinde darm van het paard. Deze wormen komen op dit moment veruit het meest voor, omdat de larven die in winterslaap zijn (geëncysteerd), ongevoelig zijn voor de meeste ontwormingsmiddelen.
Paarden die besmet zijn met deze kleine strongyliden kan men ze soms met het blote oog in de mest zien (dunne rode wormpjes, niet groter dan 1,5cm).

Veulenworm (Parascaris )

We zien tegenwoordig weer meer problemen met deze worm gezien deze minder gevoelig is geworden voor ivermectines. Voornamelijk veulens en jonge paarden zijn gevoelig aan deze worm. Deze worm kan fatale obstructies veroorzaken t.h.v. de dunne darm alsook jeuk en longproblemen.

Aarsworm (Oxyurius)

Deze worm is gelukkig niet zo schadelijk, maar kan wel lastige jeuk veroorzaken t.h.v. de staart.

Lintwormen (cestoden)

In tegenstelling tot de voorgaande soorten zijn deze wormen afgeplat. De eitjes van de lintwormen worden opgegeten door kleine insecten (mosmijten) die op het gras leven hoofdzakelijk tijdens de zomermaanden. Deze mijten worden op hun beurt opgegeten door paarden die de weide begrazen. De volwassen lintwormen vinden we voornamelijk terug op de overgang van dunne naar blinde darm

Symptomen

De symptomen zijn sterk uiteenlopend. Paarden met cyathostominae zijn vaak mager, hebben een dof haarkleed, een slechtere conditie. Ze kunnen diarree hebben (vnl in de herfst en winter) of zelfs koliek. Zoals boven vermeld beschadigen de grote strongyliden de bloedvaten en kunnen ze ernstige koliek en/of manken veroorzaken. Verminderde algemene conditie, koorts en diarree kunnen ook voorkomen. Het belang van lintwormen is nog niet zo lang aangetoond. Doordat de lintwormen op de overgang van de dunne naar blinde darm zich vasthechten ontregelen ze de normale darmbewegingen en kunnen ze ernstige koliek veroorzaken waarbij de dunne darm uitstulpt in de blinde darm (caecum). Algemeen kan gesteld worden dat parasitaire besmettingen nog altijd een zeer belangrijke oorzaak zijn van een verminderde algemene conditie, diarree en koliek.

Behandelen en voorkomen van worminfecties

Om te beginnen, een aantal belangrijke basisprincipes:

  • Ontworm altijd alle paarden gelijktijdig!
  • Komt er een nieuw paard aan op de stal, beschouw hem dan als een paard dat een worminfectie heeft en ontworm minimum enkele dagen voordat hij op de weide komt.
  • Verwijder minstens één maal per week de mest van de weide.
  • Indien mogelijk, kan je de weide in verschillende stukken indelen en de groep paarden laten roteren tussen de verschillende percelen. Op die manier wordt de weide niet constant begraasd en herbesmet met wormeneitjes. De bedoeling is dus dat er steeds een perceel is waar geen paarden op komen en dat het gras de tijd krijgt om bij te groeien (waardoor tevens de wormenbesmetting daalt).
  • Herkauwers (runderen of schapen) zijn minder kieskeurige eters dan paarden en zorgen voor een mooie gelijk afgegraasde weide. Het parallel begrazen met herkauwers doet eveneens de parasitaire infectiedruk dalen.
  • Ook paarden die nooit op de weide komen dienen ontwormd te worden
  • Ontworm voor het juiste gewicht, onderschat het gewicht van je paard niet (liever een beetje over- dan ondergedoseerd)!
  • Minimaal 1x per jaar mestonderzoek, liefst tijdens het voorjaar en de zomer periode.

Welke wormkuur?

Er zijn zeer veel wormenkuren op de markt te verkrijgen en voor veel paardeneigenaars is het moeilijk om door de bomen het bos te zien.
Ten eerste dient er op gewezen dat er een toenemende resistentie is tegen wormkuren. Wormen worden dus niet meer afdoende gedood door deze producten.

Tegenover ivermectine is er nog slechts weinig resistentie, gebruik deze producten dan ook als standaard wormenkuur. Enkele beschikbare wormkuren zoals Furexel, Eqvalan, Eraquell…
Moxidectine (vb. Equest) is een ivermectine die nog langer werkt en deze zou ook gedeeltelijk de wormenlarven in de darmwand uitschakelen. Pas na 3 maanden worden er terug eitjes in de paardenmest gevonden.

Gebruik geen Moxidectine (zoals Equest of Equest Pramox) bij veulens jonger dan 3 maanden!
We raden aan om 1 tot 2 maal per jaar een wormkuur te gebruiken die ook tegen lintwormen werkt. Hiervoor kan een dubbele dosis pyrantel (vb. Horseminth) gebruikt worden.

Momenteel zijn er ook enkele combinatie wormenkuren die een ivermectine/moxidectine combineren met praziquantel dat werkt tegen lintwormen: vb. Equimax en Eqvalan Duo waarbij gedurende 2 maanden geen eitjes meer worden teruggevonden in de mest; terwijl dit 3 maanden is bij vb. Equest pramox.

We gebruiken moxidectine (vb. Equest en Equest Pramox) slechts 1 tot 2 maal per jaar om resistentie te voorkomen.

Het ontwormingsplan moet bedrijf per bedrijf (paard per paard) bekeken worden. Zo zal er op een manège waar de paarden dagelijks op een kleine weide mogen grazen meer ontwormd moeten worden dan op een grote weide waar enkel een pony en enkele schapen staan.

Ook het ontwormen van drachtige of lacterende merries en veulens dient zorgvuldig te gebeuren. U kan steeds bij ons terecht voor al uw vragen hieromtrent.

Paarden

Vaccinatie paarden

De eerste vaccinatie van een veulen gebeurt vanaf 4 maanden ouderdom, de tweede inenting 1 maand later, gevolgd door een derde, 6 maanden later.
Gouden tip: zonder nieuwe paarden altijd minimum 10 dagen af, alvorens ze in de kudde te introduceren.

Influenza (griep)

Het paardeninfluenzavirus veroorzaakt een plotse infectie van het slijmvlies van de bovenste luchtwegen en de longen. De typische symptomen zijn gekenmerkt door koorts, waterige neusuitvloei, pijnlijke keel, droge hoest eventueel gevolgd door longontsteking en geelzucht. Sterfte treedt meestal slechts op na een bijkomende bacteriële infectie. Paarden kunnen weken tot zelfs maanden verminderde prestaties vertonen. Voornamelijk jonge en oude paarden zijn het meest kwetsbaar voor deze ziekte.
Voor paarden die deelnemen aan officiële wedstrijden gelden zeer strenge regels met betrekking op een verplicht vaccinatieschema. Momenteel verplicht het FEI half jaarlijkse vaccinatie. Verspreiding gebeurd door direct contact en uitgeademde lucht van besmette paarden.

Preventie

Na een goede basisvaccinatie (tweevoudige inenting met een interval van vier weken en een derde vaccinatie 6 maand later) is een hervaccinatie om de 6 maand noodzakelijk (vooral bij paarden die veel in contact komen met andere paarden).

Tetanus (de klem)

Wanneer Clostridium tetani zich in een wonde bevindt die van de lucht is afgesloten (een steekwonde) dan kan deze bacterie een toxine (nl. het tetanospasmine) produceren. Dit toxine veroorzaakt hevige krampen van alle dwarsgestreepte spieren.
Eén van de eerste symptomen die op te merken zijn, is het verschijnen van het derde ooglid bij een paard dat schrikt. Aangetaste dieren vertonen een stijve gang en de staart wordt vaak in een kramptoestand gedragen. De toestand van de paarden verslechtert snel, ze krijgen slikmoeilijkheden, kunnen niet meer staan en krijgen uiteindelijk ademhalingsmoeilijkheden. Paarden zijn veel gevoeliger voor tetanus dan de mens en een goede vaccinatie is dan ook noodzakelijk. Tetanus is (meestal) een wondinfectie en is dus niet overdraagbaar van het ene paard op het andere.

Preventie

Paarden moeten na hun basisvaccinatie (tweevoudige inenting met een interval van 4 weken) 1 maal per jaar worden gevaccineerd. Vaak worden deze vaccins in combinatie met Influenza gegeven.

Rhinopneumonie

Dit equine herpesvirus (type 1 en 4) veroorzaakt luchtwegaandoeningen, in de vorm van een kortdurende, niet ernstige verkoudheid met lichte koorts, hoesten en een waterige neusvloei. Het kan ook abortus veroorzaken in de laatste maanden van de dracht (soms doodgeboren of weinig levensvatbare veulens) en zelfs zenuwsymptomen wat zich manifesteert in plotselinge spierzwakte van de achterhand zonder voorafgaande ziekteverschijnselen. De verspreiding gebeurt door neusvocht en bij verwerpen door middel van het vruchtwater.

Preventie

Een complete bescherming tegen rhinopneumonie is niet mogelijk. Vaccinatie van paarden resulteert wel in een vermindering van de klinische symptomen na infectie. Het is ook aangetoond dat de verspreiding van het virus in een groep paarden sterk afneemt na vaccinatie. Om het beste resultaat te bekomen is het van belang dat alle paarden in een groep op een correcte manier en op regelmatige tijdstippen (om de 6 maand) worden gevaccineerd.

Hondsdolheid (rabies)

Een virusziekte die levensgevaarlijk is voor alle warmbloedige dieren (inlusief de mens).
Het virus komt met het speeksel via een wond in het lichaam en verspreidt zich langs zenuwbanen in de hersenen, waarna het dier uiteindelijk sterft. Een hondsdolle vos kan een paard besmetten door een beet, maar de verspreiding van het virus loopt dood bij een geïnfecteerd paard (m.a.w. het paard kan niet zijn eigenaar besmetten) De verspreiding gebeurt via speeksel (bijtwonden) van vossen, dassen en andere roofdieren.

Preventie

Met bepaalde vaccins kan na een basis inenting één enkele vaccinatie een goede bescherming bieden gedurende 2 tot 3 jaar.

Droes (streptococcus equi)

Het is een veel voorkomende bacteriële infectie bij veulens en volwassen paarden. De verschijnselen van deze besmetting zijn: moeilijk ademen o.a. door het enorm opgezette etterende lymfeknopen, verhoogde lichaamstemperatuur, geen eetlust, etterende neusvloei. De verspreiding verloopt direct door onderling contact tussen paard en indirect via water, het paardentuig en kleding. Het is een zeer besmettelijke ziekte. Het sterfte percentage is laag, maar de dieren kunnen er maanden ziek van zijn.

Preventie

Momenteel is het vaccin niet meer beschikbaar. Vaccineren werd vooral aanbevolen op stoeterijen en maneges waar veel jonge dieren samenkomen.

Schimmel (dermatofytose)

Schimmel infecties worden vaak vastgesteld in België vooral op plaatsen waar veel paarden worden samengebracht. Het is een lastige hardnekkige huidziekte die lang kan aanslepen. Ook de mens kan zich hiermee infecteren. (T. verrucosum en T. mentagrophytes)
De schimmel sporen kunnen tot 2 jaar in een droge stal overleven!!! Dus tref ook de nodige hygiënische maatregelen met name het reinigen en desinfecteren van de stallen en materialen. Vaccineren kan zowel preventief of genezend werken.

West-Nijlvirus

Het West-Nijlvirus is een vriusziekte die door muggen wordt overgedragen. Geinfecteerde vogels zijn de bron van de ziekte. Wanneer muggen een vogel bijten die het West-Nijlvirus draagt, raken ze ook geinfecteerd. Geinfecteerde muggen gevven het virus door wanneer ze vervolgens een mens, een paard of een ander dier bijten. De ziekte is niet besmettelijk dus een geinfecteerd paard kan geen andere dieren of mensen besmetten.
De overdracht van het West-Nijlvirus is seizoensgebonden en treedt voornamelijk op van juli tot en met oktober in overeenstemming met de kenmerkende piekactiviteit van muggen.

Wat zijn de symptomen?

Het paard kan hersenvliesontsteking ontwikkelen. De klinische verschijnselen van paarden die geinfecteerd zijn met het West-Nijlvirus kunnen lijken op die van andere paardenziektes en zo ook verward worden met andere neurologische ziektes.
Symptomen kunnen zich voordoen binnen 3 tot 15 dagen nadat het paard geinfecteerd is en omvatten:

  • Koorts
  • Verlies van eetlust
  • Niet kunnen slikken
  • Slechtziendheid
  • Depressie of lethargie
  • Hoofd laten hangen of scheef houden
  • Strompelen of struikelen
  • Spierzwakte, stuiptrekkingen en typische trillingen van de spieren van het hoofd
  • Gedeeltelijke verlamming
  • Doelloos rondlopen
  • Onvermogen om op te staan
  • Convulsies
  • Coma

Van de paarden die bezwijken aan de neurologische vorm van de ziekte sterft tussen de 20% en 57%.

Preventie

Muggen onder controle houden helpt de blootstelling van uw paard aan muggenbeten te verminderen en belemmert de verspreiding van het West-Nijlvirus.

  • Houd paarden in de stal gedurende zonsopgang en zonsondergang
  • Doe lampen uit om ‘s nachts geen muggen aan te trekken
  • Ververs water bij voorkeur dagelijks
  • Verwijder potentiele muggenbroedplaatsen zoals lege bakken of modderpoelen
  • Gebruik een insectenwereld middel
  • Vaccinatie

Paarden

Paardentandarts

Sinds 1998 is David druk bezig met het behandelen van tanden bij paarden. Door zijn toemalige baas te Norwich (Engeland) kreeg hij de kans om zich te specialiseren in tandheelkunde bij paarden. Prof. Dr. Paddy Dixon, Prof. Dr. Jack Easly en Prof. Dr. Leon Scrutchfield, pioniers van de moderne tandheelkunde bij paarden, waren zijn eerste lesgevers. David volgt jaarlijks gespecialiseerde bijscholing in deze discipline. Hij is ook lid van de EVDA (Equine Veterinary Dental Association).

Tandverzorging bij paarden wordt vaak over het hoofd gezien. Toch is het even belangrijk als bijvoorbeeld hoefverzorging, vaccineren en ontwormen. Helaas realiseren veel paardenliefhebbers zich dit niet. We hopen met deze rubriek wat meer inzicht te verschaffen, zodat toekomstige problemen vermeden kunnen worden.

Operaties

David heeft jarenlang ervaring en speciale uitrusting voor gecompliceerde operaties zoals kiesextractie via de mond of via een minimale invasieve buccotomie. Wanneer het niet meer mogelijk is om de kies via de mond met een tang te trekken (vb. omdat deze gebroken is), wordt een minimale invasieve buccotomie toepast. Er wordt gewerkt via een klein gaatje in de wang. Eerst wordt er schroefdraad in de kies getaped en daarin wordt een speciale bout gefixeerd. Op die manier kan David de tand van buitenaf losmaken en verwijderen. Door deze minimale invasieve operatie zal het paard ook sneller helen. Volledige narcose is meestal niet nodig waardoor het risico op complicatie’s aanzienlijk wordt verlaagd.

Feiten

Paarden bezitten hypsodonte tanden of met andere woorden, tanden die hun hele leven lang blijven doorgroeien. Paardentanden worden dus korter naarmate ze ouder worden. Een volwassen tand van een jong paard kan 8 à 9 cm lang zijn. Elke tand slijt ongeveer 2 tot 3mm per jaar.

De meeste merries hebben 38 tanden (12 snijtanden, 24 kiezen plus 2 wolfstanden). De hengsten (en ruinen) hebben 4 extra haaktanden (ook wel hengstentanden genoemd).

De meest voorkomende symptomen bij tandproblemen

  • abnormaal kantelen van het hoofd tijdens het rijden en of het eten.
  • langer eten.
  • moeilijkheden bij het slikken.
  • voedsel proppen langs één kant van de wang.
  • kopschudden tijdens rijden.
  • het laten vallen van slecht gekauwd voer.
  • koliek (vnl. verstoppingskoliek door slecht kauwen, maar ook door te weinig drinken omwille van tandpijn).
  • vermageren, de eerste vertering gebeurt namelijk al in de mond !
  • slokdarmverstoppingen.
  • tegen het bit vechten.

Ontstaan van tandproblemen

De bovenkaak van een paard is breder dan de onderkaak, dus in rust maken de kauwvlakken maar gedeeltelijk contact. Het kauwvlak maakt een hoek van ongeveer 15 graden. Een paard kauwt zijn voedsel door maalbewegingen. Hierdoor ontstaan kleine, scherpe haakjes (ook wel emaillepunten genoemd) ter hoogte van de wangzijde van de bovenste kiezen en ter hoogte van de tongzijde van de onderste kiezen doordat deze maalbewegingen niet helemaal kompleet gebeuren. Deze emaillepunten kunnen in de mond wondjes (aftjes) veroorzaken, die tijdens het eten en het rijden, pijn veroorzaken. De maalbewegingen in de mond zijn afhankelijk van het soort voer. Bij het eten van ruwvoer is de maalbeweging groter dan bij het eten van krachtvoer. Een paard dat dus veel krachtvoer krijgt en weinig ruwvoer, zal makkelijker een schaargebit ontwikkelen, met alle gevolgen van dien. Tanden die geen contact maken met de tegenovergestelde tanden, blijven doorgroeien (bijvoorbeeld bij een over -onderbeet, of wanneer het paard een tand mist). Zo ontstaan er afwijkingen ter hoogte van het kauwvlak, waardoor het paard problemen krijgt bij het malen van zijn eten. Ook aan de teugel rijden zal moeilijker gaan want de boven- en onderkaak kunnen ten opzichte van elkaar niet meer verschuiven waardoor er spanning in het kaakgewricht zal ontstaan. Wanneer er tanden missen zullen de tegenovergestelde tanden in deze gaten groeien. Dit noemt men een “kantelen”gebit. Bij erge gevallen kan de mond niet meer gesloten worden doordat de haken zo lang zijn dat ze in het tegenovergesteld tandvlees prikken.

EEN GOEDE TANDVERZORGING BEVORDERT OOK DE PRESTATIES !!!!

Wat zijn wolfstandjes en moeten ze getrokken worden?

Wolfstandjes zijn rudimentaire kiesjes die meestal vlak voor de eerste echte kies voorkomen. Ze hebben geen functie en zijn een overblijfsel van de evolutie. Doordat ze ter hoogte van het bit voorkomen, kan een bit, irritatie veroorzaken. Het bit schuurt over deze tandjes die dan ook vaak los komen te zitten. Wij zijn voorstander om wolfstanden te trekken zelfs voordat ze beginnen te irriteren.

Laat deze tandjes altijd onder verdoving trekken door een gespecialiseerde dierenarts. Spijtig genoeg zijn er nog altijd “paardentandartsen” die niet het diploma dierenarts bezitten die toch paarden verdoven. Dit is niet alleen onwettelijk, maar ook gevaarlijk wanneer uw paard bijvoorbeeld een nietsvermoedend hartprobleem heeft !

Paarden

Spoedgevallen

Wat is een spoedgeval en hoe of wat kan u doen in afwachting van de dierenarts?
Een spoedgeval beoordelen via de telefoon is niet altijd makkelijk, ook niet voor de dierenarts.

Koliek

Een paard met koliek kan u herkennen doordat het begint te rollen, niet meer wil eten en kijkt naar de buik. Het is best om uw dierenarts zo snel mogelijk te contacteren en alvast te gaan stappen met uw paard. Probeer ook de temperatuur van uw paard (normaal tussen de 37 en 38,5°C) te nemen.

Hoefbevangenheid

U kan een paard met hoefbevangenheid herkennen doordat het onbeweeglijk stilstaat in een vreemde houding of zeer veel gaat liggen. Ze proberen zo veel mogelijk te steunen op de achterbenen en brengen die onder het lichaam. De voorbenen zijn ver naar voor gestrekt.

Slokdarmverstopping

Na het eten lijkt het of een paard moet overgeven. Hij houdt het hoofd laag en er komt soms voedsel en speeksel uit zijn neus. Verhinder in dit geval dat het paard nog meer eet. Breng het hoofd van uw paard zo laag mogelijk naar beneden en masseer zacht in de richting van de borst.

Blessures

Indien uw paard een wonde heeft is het belangrijk dat deze gehecht wordt binnen de 6 uur. Indien u langer wacht is er meer kans dat de wonde slecht zal helen. Indien er een slagader geraakt is, is het belangrijk om de wonde af te dekken met een drukverband.

Blein/nageltred

Wanneer uw paard in een nagel of ander scherp voorwerp getrapt heeft en het voorwerp niet verder kan indringen, laat het zitten zodat de dierenarts de juiste locatie en richting kan bekijken. Indien er gevaar is dat het voorwerp verder kan indringen, verwijder het voorwerp. Het is dan wel belangrijk dat u de plaats van penetratie onthoudt.
Voor spoedgevallen zijn we 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 te bereiken.

EHBO set

Deze zorgvuldig samengestelde EHBO set is een musthave voor in iedere stal! Deze set bevat kwalitatieve producten die u goed van dienst kunnen zijn tijdens een ongeval op stal (groot of klein).

  • 2 Ontsmettende zeep Hibiscrub
  • 2 IsoBetadine
  • 2 Steriel water
  • 1 instant cold packs
  • Onderbandage (gamgee)
  • Animalintex trekverband
  • Zelfklevend verband
  • 2×5 Steriele kompressen
  • 1 latex (wegwerp) handschoenen
  • 1 schaar
  • 1 pincet
  • 1 thermometer
  • Spuit 30 ml
  • 1 katoenen zelfklevende bandage
  • 2 dikke niet klevende bandages
  • EHBO handleiding met stappenplan voor verschillende soorten wonden.

Deze set is bij ons te koop aan 69,00 euro. Bestel door ons een mail te sturen of ons even telefonisch te contacteren.

Diensten

Endoscopie

De endoscoop is een instrument waarmee je in een lichaamsholte kan kijken.

Het is een lange, flexibele slang met een camera aan het uiteinde. Bij paarden wordt dit voornamelijk gebruikt voor het onderzoek van de bovenste luchtwegen, bvb bij onderzoek cornage, chronisch hoesten, enz.

Diensten

Bloedonderzoek

Een bloedonderzoek is erg handig. Het nemen van bloed bij uw dier gaat precies zoals bij mensen.

De gegevens van een bloedonderzoek zeggen veel over de algemene conditie van uw dier: infecties, werking van organen zoals lever, nieren, tumormerkers en suikergehalte in het bloed, enz.

Het resultaat is meestal sneller gekend dan bij mensen. Het AML, medisch labo van Antwerpen, komt verschillende keren per dag onze stalen ophalen. Zodra de resultaten gekend zijn bellen wij u op. Dit kan soms al de dag zelf.

Diensten

Ambulance trailer

De praktijk is uitgerust met een speciaal ontworpen ambulance voor het transport van gewonde of zieke paarden.

Uitrusting:

  • een dubbel tussenschot voor een betere stabiliteit van het paard.
  • een takel (winch) voor dieren die in narcose zijn, op te kunnen takelen.
  • een voorval om jonge of verwonde paarden makkelijker te lossen.
  • extra verluchting en verlichting voor een comfortabeler transport.

Diensten

Inseminatie

Voor het insemineren van uw paard bent u aan het juiste adres.

Wij beschikken over 9 stallen, waarvan 2 extra grote merrie/veulen stallen die kunnen verwarmd worden. Dit maakt het makkelijk om uw merrie enkele malen per dag te controleren op ovulatie. Op deze manier kan de inseminatie op het juiste moment plaatsvinden.

Ook voor uw kleine huisdieren helpen we u graag verder met inseminaties.

Diensten

Euthanasie

Al is het geen prettig onderwerp, we kunnen er niet omheen. Iedere huisdiereigenaar wordt vroeg of laat geconfronteerd met het eind van het leven van zijn of haar dier. Soms betekent dit dat ook een beslissing over het laten inslapen van een dier.

We willen allemaal ons dier graag een laatste lijdensweg besparen, dus de beslissing over wanneer er moet worden ingegrepen is altijd moeilijk. Wij kunnen alleen maar adviseren, u als eigenaar moet zelf de beslissing nemen.

Wij spreken graag af op een rustig tijdstip op de praktijk of desgewenst bij u thuis. Deze gebeurtenis kan heel emotioneel zijn en wij willen uw dier dan ook in alle rust onze aandacht geven. Voor paarden komen we steeds ter plaatse.

Hoe gaan we te werk om dit voor uw dier zo aangenaam mogelijk te maken? Het huisdier wordt eerst onder narcose gebracht en na een tiental minuutjes geven we een overdosis slaapmiddelen.
Na de dood worden dieren vanuit de praktijk opgehaald. Het is ook mogelijk een dier thuis op te laten halen of het zelf naar het crematorium toe te brengen. Euthanasie bij paarden gebeurt steeds bij uw thuis of op stal. Een gespecialiseerde firma komt uw paard ophalen.

Diensten

Echografie

De echografie is een diagnostisch middel wat niet meer weg te denken is uit de moderne diergeneeskunde. Het is een veilige manier om uitgebreid onderzoek te doen bij uw huisdier.

Met behulp van echografie kan je bijvoorbeeld een orgaan bekijken. Zo gebruiken we de echo voor het diagnosticeren van blaasstenen, blaastumoren, prostaatproblemen, darmafsluitingen, milt-, lever- en nier-, hartaandoeningen, etc. De echo kan ook gebruikt worden om te weten of uw huisdier drachtig is.

Bij paarden wordt de echo voornamelijk gebruikt voor drachtdiagnose en bij mankheidsonderzoek. Met behulp van echografie is het mogelijk om pezen, ligamenten, gewrichten en spieren te beoordelen.